Toespraak Ambassadeur Ron Prosor op de Algemene Vergadering van de VN over de kwestie “Palestina”
24 november 2014
Mijnheer de voorzitter,
Ik sta voor de wereld als een trotse vertegenwoordiger van de staat Israël en het Joodse volk. Ik sta rechtop voor u, wetende dat waarheid en moraliteit aan mijn kant staan. En toch sta ik hier, wetende dat vandaag in deze vergadering de waarheid op zijn kop wordt gezet en de moraal opzij geschoven.
Het feit van deze zaak is, dat wanneer leden van de internationale gemeenschap spreken over het Israëlisch-Palestijnse conflict, een mist neerdaalt die alle logica en morele helderheid bedekt. Het resultaat is niet reaal-politiek, maar surreaal-politiek.
De niet aflatende focus van de wereld op het Israëlisch-Palestijnse conflict is een onrecht tegen tientallen miljoenen slachtoffers van tirannie en terrorisme in het Midden-Oosten. Terwijl wij spreken, worden Yezidi’s, Bahai, Koerden, christenen en moslims vermoord en verdreven door radicale extremisten en dat met een snelheid van 1000 mensen per maand. Hoeveel resoluties hebt u vorige week aangenomen om deze crisis aan te pakken?
En hoeveel speciale sessies hebt u voor dit probleem aangevraagd? Het antwoord is: nul. Wat zegt dit over de internationale zorg voor het menselijk leven? Niet veel, maar wel boekdelen over de hypocrisie van de internationale gemeenschap.
Ik sta voor u om de waarheid te spreken. Van de 300 miljoen Arabieren in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is minder dan een half procent echt vrij, en zij zijn allemaal burgers van Israël. Israëlische Arabieren behoren tot de meest opgeleide Arabieren in de wereld. Zij zijn mede onze vooraanstaande artsen en chirurgen, ze zijn gekozen in ons parlement en ze werken als rechters in ons Hooggerechtshof. Miljoenen mannen en vrouwen in het Midden-Oosten zouden deze mogelijkheden en vrijheden graag hebben.
Niettemin zal natie na natie vandaag op dit podium staan en Israel bekritiseren – het kleine eiland van democratie in de regio, geteisterd door tirannie en onderdrukking.
Mijnheer de voorzitter,
Ons conflict ging nooit over de oprichting van een Palestijnse staat. Het ging altijd al over het bestaan van de Joodse staat. 67 jaar geleden deze week, op 29 november 1947, hebben de Verenigde Naties ingestemd om dit gebied te verdelen in een Joodse staat en een Arabische staat. Eenvoudig. De Joden zeiden ja. De Arabieren zeiden nee. Maar ze zeiden niet alleen nee. Egypte, Jordanië, Syrië, Irak, Saoedi-Arabië en Libanon lanceerden een vernietigingsoorlog tegen onze nieuwgeboren staat.
Dit is de historische waarheid die de Arabieren proberen te verdraaien. Deze historische vergissing van de Arabieren wordt nog steeds gevoeld – in de levens die werden verloren in deze oorlog, verloren door terrorisme en verloren door de bekrompen politieke belangen van de Arabieren. Volgens de Verenigde Naties werden ongeveer 700.000 Palestijnen verdreven in deze oorlog die door de Arabieren zelf begonnen werd. Op hetzelfde moment werden 850.000 Joden gedwongen uit de Arabische landen te vluchten.
Waarom is het dat 67 jaar later de verplaatsing van de Joden compleet is vergeten door dit instituut, terwijl de verplaatsing van de Palestijnen het onderwerp is van een jaarlijks debat? Het verschil is dat Israël haar uiterste best deed om de Joodse vluchtelingen in de samenleving te integreren. De Arabieren deden precies het tegenovergestelde.
De zwaarste onderdrukking van het Palestijnse volk vindt plaats in Arabische landen. In het grootste deel van de Arabische wereld wordt aan de Palestijnen het burgerschap geweigerd en worden ze agressief gediscrimineerd. Ze zijn uitgesloten van het bezitten van land en weerhouden van bepaalde beroepen.
En toch wordt niet één van deze misdaden genoemd in de resoluties die voor u liggen.
Als er echt bezorgdheid zou zijn over het lot van het Palestijnse volk, dan zou er één, slechts één, resolutie aangenomen worden over de duizenden Palestijnen die gedood zijn in Syrië. En als u echt zo bezorgd zou zijn over de Palestijnen, dan zou er minstens één oplossing zijn om de behandeling van de Palestijnen in de Libanese vluchtelingenkampen aan de kaak te stellen.
Maar dit is niet het geval. De reden is dat het debat van vandaag niet gaat over het spreken vóór vrede, of het spreken vóór het Palestijnse volk, het gaat over het spreken tegen Israël. Het is niets anders dan haat en kwaadspreken tegen Israël.
Mijnheer de voorzitter,
De Europese landen claimen te staan voor vrijheid, gelijkheid en broederschap – vrijheid, gelijkheid en broederschap – maar niets is verder van de waarheid. Ik hoor vaak de Europese leiders verkondigen dat Israël het recht heeft om te bestaan binnen veilige grenzen. Dat is erg aardig. Maar ik moet zeggen: het heeft ongeveer net zo veel zin als dat ik hier zou staan en Zweden’s bestaansrecht binnen veilige grenzen verkondig.
Als het aankomt op zaken van veiligheid, dan heeft Israël op de harde manier geleerd dat het niet kan vertrouwen op anderen – zeker niet Europa.
In 1973, op Jom Kippoer – de heiligste dag op de Joodse kalender – lanceerden de omringende Arabische landen een aanval tegen Israël. Tijdens de uren voor de oorlog begon, nam Golda Meir, onze Premier, de moeilijke beslissing om niet een preventieve aanval te starten. De Israëlische regering begreep dat als wij zouden zijn gestart met een preventieve aanval, wij de steun van de internationale gemeenschap zouden verliezen.
Terwijl de Arabische legers vorderden op alle fronten, verergerde de situatie in Israël ernstig. Het aantal slachtoffers groeide en we liepen gevaar wat betreft het gebrek aan wapens en munitie. In deze periode, onze tijd van nood, hebben president Nixon en minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger, ingestemd om met Galaxy-vliegtuigen, geladen met tanks en munitie onze troepen te bevoorraden. Het enige probleem was dat de Galaxy vliegtuigen op weg naar Israël, moesten bijtanken.
De Arabische staten trokken op, en ons bestaan werd bedreigd – en toch, Europa was zelfs niet bereid om de vliegtuigen te tanken. Amerika greep opnieuw in en onderhandelde, en de vliegtuigen werden toegestaan om bij te tanken in de Azoren. De regering en het volk van Israël zal nooit vergeten dat, toen ons bestaan op het spel stond, slechts één land ons hulp bood – De Verenigde Staten van Amerika.
Israël is moe van de holle beloften van Europese leiders. De Joodse mensen hebben een lang geheugen. We zullen nooit vergeten dat u ons niet hebt gesteund in de jaren 1940. U hebt gefaald in 1973. En ook nu vandaag weer.
Elk Europees Parlement dat voortijdig en eenzijdig gestemd heeft om een Palestijnse staat te erkennen, heeft de Palestijnen precies gegeven wat ze willen – een staat zonder vrede. Door de overhandiging van een staat, zonder vrede, hebt u de unilaterale acties beloond en elke prikkel voor de Palestijnen weggenomen om te onderhandelen of compromissen te sluiten en geweld af te zweren. U stuurt de boodschap dat de Palestijnse Autoriteit in een regering met terroristen kan zitten en kan aanzetten tot geweld tegen Israël, zonder er een prijs voor te betalen.
Zweden
Het eerste EU-lid dat een Palestijnse staat officieel erkende was Zweden. Men moet zich afvragen waarom de Zweedse regering zo bezorgd was om deze stap te nemen. Als het gaat om andere conflicten in onze regio, pleit de Zweedse regering voor rechtstreekse onderhandelingen tussen de partijen – maar voor de Palestijnen – verrassing! verrassing! – rollen ze de rode loper uit. Staatssecretaris Söder kan denken dat ze hier is om de zogenaamde historische erkenning door haar regering te vieren, terwijl het in werkelijkheid niets meer is dan een historische vergissing.
De Zweedse regering mag dan de Nobelprijs-ceremonie organiseren, maar er is niets nobels aan hun cynische politieke campagne om de Arabieren te paaien teneinde een zetel in de Veiligheidsraad te krijgen. Naties van de Veiligheidsraad zouden verstand, gevoeligheid en begrip dienen te hebben. Nu, heeft de Zweedse regering aangegeven geen verstand en geen gevoeligheid en geen begrip te hebben. Gewoon nonsens.
Israël heeft op de harde manier geleerd dat het luisteren naar de internationale gemeenschap verwoestende gevolgen kan hebben. In 2005 hebben we eenzijdig elke nederzetting in de Gazastrook ontmanteld en elke burger verwijderd. Heeft dit ons dichter bij vrede gebracht? Helemaal niet. Het maakte de weg vrij voor Gaza om zijn terroristische militanten te gebruiken om een gevaarlijk bolwerk naast onze deur op te bouwen.
Ik kan u verzekeren dat we dezelfde fout niet opnieuw zullen maken. Als het gaat om onze veiligheid, kunnen we niet, en zullen we niet, afhankelijk zijn van anderen – Israël moet in staat zijn om zich te verdedigen.
Mijnheer de voorzitter,
De staat Israël is het land van onze voorouders – Abraham, Isaak en Jakob. Het is het land waar Mozes het Joodse volk naartoe leidde, waar David zijn paleis bouwde, waar Salomo de Joodse Tempel bouwde, en waar Jesaja een visioen van de eeuwige vrede zag.
Al duizenden jaren hebben Joden voortdurend in het land van Israël geleefd. We doorstonden de opkomst en ondergang van de Assyrische, Babylonische, Griekse en Romeinse rijken. En we doorstonden de duizenden jaren van vervolging, verdrijving en kruistochten. De band tussen het Joodse volk en het Joodse land is onbreekbaar. Niets kan een simpele waarheid veranderen – Israël is ons huis en Jeruzalem is onze eeuwige hoofdstad.
Tegelijkertijd erkennen we dat Jeruzalem een speciale betekenis voor andere religies heeft. Onder Israëlische soevereiniteit kunnen alle mensen – en ik herhaal dat: alle mensen – ongeacht religie en nationaliteit, de heilige plaatsen van de steden bezoeken. En dat willen we zo houden. De enigen die proberen om de status quo van de Tempelberg te veranderen zijn de Palestijnse leiders.
President Abbas vertelt zijn volk dat Joden de Tempelberg besmetten. Hij heeft opgeroepen tot dagen van woede, en drong er bij de Palestijnen op aan om te voorkomen dat Joden een bezoek aan de Tempelberg brachten, met behulp van (citaat) “alle middelen” nodig. Deze woorden zijn net zo onverantwoordelijk als onacceptabel.
Je hoeft niet katholiek te zijn om een bezoek aan het Vaticaan te brengen, je hoeft niet Joods te zijn om de Westelijke Muur te bezoeken, maar sommige Palestijnen willen de dag zien dat alleen moslims de Tempelberg kunnen bezoeken.
U, de internationale gemeenschap, helpt de extremisten en fanatici een handje. U, die tolerantie en vrijheid van godsdienst predikt, moet zich schamen. Israël zal dit nooit laten gebeuren. Wij zullen ervoor zorgen dat de heilige plaatsen open zijn voor alle mensen van alle geloven en dat zal altijd blijven.
Mijnheer de voorzitter,
Niemand wil vrede meer dan Israël. Niemand hoeft het belang van vrede uit te leggen aan ouders die hun kind hebben uitgestuurd om ons vaderland te verdedigen. Niemand weet het belang van succes of falen beter dan wij Israëli’s dat doen. Het volk van Israël heeft te veel tranen vergoten en te veel zonen en dochters begraven.
We zijn klaar voor de vrede, maar we zijn niet naïef. Veiligheid van Israël is van het grootste belang. Alleen een sterk en veilig Israël kan een alomvattende vrede te bereiken.
De afgelopen maand moet voor iedereen duidelijk gemaakt hebben dat Israël onmiddellijke en dringende veiligheid nodig heeft. In de afgelopen weken hebben Palestijnse terroristen op onze burgers geschoten, en gestoken, en tweemaal met hun auto ingereden op een menigte voetgangers. Slechts een paar dagen geleden hebben terroristen, gewapend met bijlen en een pistool, Joodse aanbidders tijdens het ochtendgebed woest aangevallen. We hebben het punt bereikt waarop Israëliërs niet eens veilig zijn tegen terrorisme in de heilige ruimte van een synagoge.
Deze aanvallen kwamen niet voort uit het niets. Ze zijn het resultaat van jarenlange indoctrinatie en opruiing. Een Joods spreekwoord leert: “De instrumenten van zowel dood en leven zijn in de macht van de tong.”
Als Jood en Israëli weet ik met absolute zekerheid dat als onze vijanden zeggen dat ze ons willen aanvallen, dat zij dat menen.
Het genocidale handvest van Hamas roept op tot de vernietiging van Israël en de moord op Joden wereldwijd. Jarenlang hebben Hamas en andere terroristische groeperingen zelfmoordterroristen gestuurd naar onze steden, raketten gelanceerd op onze steden, en terroristen gestuurd om onze burgers te ontvoeren en te vermoorden.
En wat te denken van de Palestijnse Autoriteit? Het leidt een systematische campagne van opruiing. Op scholen wordt kinderen geleerd dat ‘Palestina’ zich zal uitstrekken van de rivier de Jordaan tot de Middellandse Zee. In moskeeën verspreiden hun religieuze leiders boosaardige laster en beschuldigen Joden van het vernietigen van islamitische heilige plaatsen. In sportstadions worden teams vernoemd naar terroristen. En in kranten dringen cartoons de Palestijnen op om terroristische aanslagen te plegen tegen Israëli’s.
Kinderen groeien in het grootste deel van de wereld op met het kijken naar tekenfilms van Mickey Mouse, die zingen en dansen. Palestijnse kinderen groeien ook op en kijken naar Mickey Mouse, maar op de Palestijnse nationale televisie danst een verwrongen figuur, die verkleed is als Mickey Mouse, en danst met een explosievenriem om, en zingt “Dood aan Amerika en dood aan de Joden.”
Ik daag u uit om hier vandaag op te staan en iets constructiefs te doen voor een verandering. Stel publiekelijk aan de kaak het geweld, stel de uitlokking aan de kaak en stel de cultuur van haat aan de kaak.
De meeste mensen zijn van mening dat het conflict in de kern een strijd is tussen Joden en Arabieren, of Israëli’s en Palestijnen. Ze hebben het verkeerd. De strijd die we zien, getuigt van een strijd tussen hen die het leven heiligen en hen die de dood vieren.
Na de woeste aanval in de synagoge in Jeruzalem, braken er vieringen uit in Palestijnse steden en dorpen. Mensen dansten in de straat en deelden snoep uit. Jonge mannen poseerden met bijlen en luidsprekers bij moskeeën en riepen felicitaties uit, en de terroristen werden geprezen als “martelaren” en “helden”.
Dit is niet de eerste keer dat we zagen dat de Palestijnen de moord op onschuldige burgers vierden. We zagen hun blijdschap na elke terroristische aanslag op Israëlische burgers en ze gingen zelfs de straat op om de aanslagen van 11 september op het World Trade Center hier in New York te vieren.
Stel je voor welk soort van staat deze samenleving zou opleveren. Heeft het Midden-Oosten echt een nieuwe terreur-ocratie nodig? Sommige leden van de internationale gemeenschap zijn medeplichtig aan de oprichting ervan.
Mijnheer de voorzitter,
Toen we naar de Verenigde Naties kwamen, passeerden we de vlaggen van alle 193 lidstaten. Als u de tijd neemt om te tellen, zult u ontdekken dat er 15 vlaggen met een halve maan zijn en 25 vlaggen met een kruis. En dan is er één vlag – slechts één vlag – met een Joodse Ster van David. Te midden van alle naties van de wereld is er één staat – slechts één kleine natie – een staat voor het Joodse volk.
En voor sommige mensen is dat er één te veel.
Als ik vandaag voor u sta, moet ik denken aan al de jaren waarin het Joodse volk betaald heeft voor de onwetendheid en onverschilligheid van de wereld met bloed. Die dagen zijn niet meer. We zullen ons nooit verontschuldigen voor het zijn van een vrij en onafhankelijk volk in onze soevereine staat. En wij zullen ons nooit verontschuldigen voor de verdediging van onszelf.
Ik beschuldig u
Tegen de volken die blijven toestaan dat afbreuk prevaleert boven waarheid, zeg ik: “J’accuse.” Ik beschuldig u van hypocrisie. Ik beschuldig u van dubbelhartigheid. Ik beschuldig u van het verlenen van legitimiteit aan hen die proberen ons land te vernietigen. Ik beschuldig u van het spreken over het recht van zelfverdediging van Israël in theorie, maar dit in de praktijk ontkent. En ik beschuldig u van veeleisende concessies aan Israël, maar niets te vragen van de Palestijnen.
In het licht van deze strafbare feiten is de uitspraak is duidelijk: U bent niet voor vrede, en u bent niet voor het Palestijnse volk. U bent gewoon tegen Israël.
De leden van de internationale gemeenschap hebben een keuze te maken.
U kunt Israël als de natiestaat van het Joodse volk erkennen, óf toestaan dat de Palestijnse leiders onze geschiedenis ontkennen zonder gevolgen.
U kunt publiekelijk verkondigen dat het zogenaamde “recht op terugkeer” een non-starter is, óf u kunt toestaan dat deze aanspraak de grote hinderpaal voor elk vredesakkoord zal blijven.
U kunt eraan werken het Palestijnse aanzetten tot geweld te beëindigen, óf toekijken terwijl haat en extremisme wortel schieten voor de komende generaties.
U kunt voortijdig een Palestijnse staat erkennen, óf u kunt de Palestijnse Autoriteit aanmoedigen om haar verdrag met Hamas te breken en terug te keren naar rechtstreekse onderhandelingen.
De keuze is aan u. U kunt doorgaan met de Palestijnen de verkeerde richting uit te sturen, óf de weg vrijmaken naar echte en duurzame vrede.
Dank u, mijnheer de voorzitter.
(Vertaling: Harry Nihom)
Bekijk de korte video (3:13) van gedeelten uit deze toespraak:
Bekijk de hele video (19:32) van deze toespraak:
Als u de video downloadt, kunt u het srt-bestand in dezelfde map zetten en hebt u Nederlandse ondertiteling erbij – Bijbehorend transcript: srt-bestand